ECHO


MY new work in the public space of delft

Echo Nynke Koster 2020 empty.jpg

(Only in Dutch) In opdracht van de Gemeente Delft ben ik anderhalf jaar geleden begonnen met een kunstwerk voor de openbare ruimte. De vraag hierbij was of ik wilde reflecteren op de Gouden Eeuw van Delft. Het jaar 2019 van tenslotte het “jaar van de Gouden Eeuw” waarbij meerdere steden in Nederland terugkeken op deze periode in onze geschiedenis, nu vierhonderd jaar in ons verleden. Ik ben op zoek gegaan naar verhalen uit het verleden die ook vandaag de dag nog betekenis kunnen hebben op onze samenleving. Het is een grote uitdaging om dichtbij het verleden te komen. Ondanks het grote aanbod aan erfgoed in Delft bleef ik mij afvragen wat de mens dreef in de 16de en 17de eeuw.

Mijn onderzoek begon met een wandeling door de stad. Al snel viel mij op dat de dualiteit van Delft in de Gouden Eeuw zo groot is. Het was de tijd van grote stromen immigranten die ‘nieuwe’ kennis met zich mee brachten. Een tijd van armoede en een tijd van rijkdom. De tijd waarin zeehelden grote daden verrichte. Het begin van de slavernij. Het was een tijd van meerdere geloven op een kussen. Er waren vetes tussen Prins Maurits en Hugo de Groot. Het was de tijd van handel. En een bloeiperiode voor de kunst en wetenschap. Daarom besloot ik om deze tegenstrijdigheden in het kunstwerk weer te geven. Binnen een betonnen schijf met een diameter van 6.5 meter verbeeld ik zowel de zeeslagen met hun resulterende zeehelden, als de armoede van de stad en haar inwoners. De slavernij, immigranten en typisch Delftse iconen als het puttertje van Fabritius en de weerspiegelingen van Vermeer komen allemaal aan bod.

IMG_8374.jpg

For more information about the process of Echo please click on the button.

Voor mijn kunstwerken maak ik met een bijzondere rubber afgietsels van de wereld om ons heen. Zo heb ik voor Echo op verschillende plekken in Delft afgietsels gemaakt, met name in de Oude- en Nieuwe Kerk. Ik heb hier het plakkaat van de Slag bij Ter Heijde, de grafmonumenten van Maarten Tromp en Piet Hein, en ver- schillende vloerdelen en grafstenen afgegoten. De afgietsels zijn terug te vinden in het gehele kunstwerk. Het kunstwerk is gemaakt van beton en weegt 18.000kg. Verschillende delen van het kunstwerk zijn zwart geschilderd en vervolgens vol gegoten met epoxy. Dit is een transparante kunststof waardoor de illusie ontstaat dat de verschillende betonnen delen vol zijn gelopen met water.

Waterlandschap

Delft heette vroeger Delf; ontstaan aan het gegraven watertje de Delf; Delven; ook een ander woord voor graven. Dit aspect van graven; het land scheppen en vormen is een typisch aspect uit de Gouden Eeuw. De grachtengordel in Amsterdam is met de hand gegraven en ook de Beemster is toen bloot gelegd. De Gouden Eeuw was de eeuw van de maakbare wereld. Een claim op de toekomst om een nieuw stuk ideaal land te maken. Wanneer je in het vliegtuig zit en je neer kijkt op ons land met alle vormgegeven vakjes en de watertjes die er tussen door lopen, dan zie je dat er toen een aanzet is gemaakt voor de wereld van vandaag. Een georganiseerde structuur waar over alles is nagedacht.

De stillevens met hun stadsgezichten en hun weerspiegelingen hebben me nog meer geïnspireerd. De per fecte oppervlakte van het horizontale water. Het is de natuurgetrouwe weergave, de stad als decor. Het is als toeschouwer in contact treden; niet alleen naar iets kijken maar ook dat het gevoel ontstaat dat er iets terug kijkt. De toeschouwer wordt even onderdeel. Dat de emoties die getoond worden jouw eigen emoties beroeren. Het is niet alleen een tafereel; het is een moment – in tijd en ruimte. Rembrandt noemde het visuele uitdagingen, een mysterie.

Echo reflection side -2020- Photo Nynke Koster.jpg

Gelijkheid

De laatste jaren is er steeds meer discussie over (zee)helden uit de Gouden Eeuw. Grote zeehelden als Maarten Tromp en Piet Hein worden geëerd met enorme praalgraven in de Oude Kerk maar de slavernij wordt niet getoond. Het overwinnen van Hein op de Spaanse zilvervloot wordt uitvoerig beschreven maar over het uitmoorden van de bevolking op Banda door Jan Pieterszoon Coen wordt niet gesproken. Het is wat vandaag de dag zorgt voor een beeldenstorm. De kranten staan er vol mee. Juist hierom is Echo zo actueel. Ik laat binnen het kunstwerk de verschillende kanten van de Gouden Eeuw zien. Tromp ligt niet langer te pronken op zijn praalgraf maar hij ligt op straat naast een aantal skeletten die zowel de armoede als de slavernij verbeelden. Op deze manier zijn ze even belangrijk binnen het kunstwerk.

Echo van boven Nynke Koster.jpg

Slavernij

Om de barbaarsheid van de slavernij te illustreren wordt vaak de prent gebruikt van een slaaf die met een ijzeren haak door zijn ribben aan een galg hangt, terwijl op de achtergrond een stel schedels dreigend op staken staat. De verwijzing in het kunstwerk gericht op slavernij komt van een van de gravures van William Blake. Deze gravures zijn gebaseerd op het verhaal van de Schots- Nederlandse kapitein John Gabriel Stedman. Stedman heeft een verslag geschreven van de indrukken die hij opdeed tijdens een vijfjarige expeditie in Suriname. Tijdens zijn verblijf viel hij van de een in de andere verbazing over de wrede mishandeling van de slaven door hun meesters.
Zo beschrijft hij het verhaal over een vrouw die het gehuil van een van de baby’s van haar slaaf niet meer kon aanhoren. Zij nam het kind bij de arm, hield het onderwater tot het verdronk en wierp het in de rivier. Nadat de moeder tevergeefs had geprobeerd het kind te redden kreeg zij met de roede omdat zij ongehoorzaam was...

Vanaf het einde van de zestiende eeuw waren de Nederlandse koopvaarders, met name gericht op Hollanders en Zeeuwen betrokken bij de Transatlantische slavenhandel. Na 1635 nam ook de WIC deel aan de slavenvaart. Er zijn ook andere verhalen uit die tijd; zo las ik in ‘Zijn naam is Klein’ van Simon Rozendaal dat Piet Hein op een van zijn expedities zich bekommerde om zieke donkere mensen dat hij ze heeft geprobeerd te genezen met limoenen. Dit is verbeeld in de voet van het zitobject. Piet Hein is het meest bekend door zijn verovering op de zilvervloot in 1628 van de Spanjaarden in de Baai bij Cuba. Een heldendaad vol moed en lef. Ook is uit geschriften gebleken dat Piet Hein aanbeveling gaf om rechtvaardig en eerlijk met de American natives om te gaan. Een bijzondere manier van denken in de 17de eeuwse tijdsgeest. De overwinning op de Zilvervloot werd gevierd in het hele land. Vol trots op de republiek die de machtigste was in de wereld! Deze buit opende de weg om in Brazilië een kolonie te stichten. Daar moest land worden verbouwd en daar hadden we krachten voor nodig. Het is het begin van de slavernij in Nederland. Zo is alles met elkaar verbonden in die tijd en kun je het een niet zonder het andere bekijken. Het is een dualiteit vol contrasten.

Schedels omringt met Mica

Schedels omringt met Mica

 

MIca

Ik heb een verwijzing gemaakt naar hedendaagse slavernij met het gebruik van het materiaal Mica. Het glinstert, is flinterdun, licht en het bevindt zich normaal meters onder de grond. Mica, dat ook wel bekend staat als 'glimmer', is een bijzonder goedje dat dankzij zijn flexibiliteit en hittebesten- digheid in veel producten gebruikt kan worden. Mica is terug te vinden in verf tot auto-onderde- len, van smartphones tot scheerapparaten. Aldus ontkomt vrijwel niemand eraan om dagelijks indi- rect gebruik te maken van dit materiaal. Madagaskar, de op twee na grootste mica-exporteur ter wereld. In dat land zijn vaak hele gezinnen actief rondom de mijn. De mannen graven en bouwen de mijnschachten, terwijl vrouwen en kinderen de overige werkzaamheden op zich nemen. Ze til- len, verplaatsen en wegen het spul en werken ook in de sorteercentra waar het verder wordt gefil- terd."Aan de oppervlakte zijn overal gaten van zo'n vijf tot vijftien meter diep. Bovenin hebben de gangen een doorsnee van een meter of twee, maar hoe dieper je komt, hoe smaller het wordt. Ze zijn provisorisch gegraven en daardoor erg gevaarlijk.

De hulporganisatie schat dat er meer dan 20.000 Malagassiers werken in de mica-mijnen, ruim de helft daarvan is jonger dan 17. Gemiddeld verdienen zij tussen de 25 cent en 1 euro per dag. Dat is voor de meesten net genoeg om 's avonds een maaltijd te eten. Het goud wat je terug ziet in mijn kunstwerk is besmet. Het is niet wat het lijkt en geeft de hedendaagse slavernij weer. Ik denk dat het belangrijk is dat we leren van ons verleden. Dat we niet alleen blijven focussen op de slavernij uit de Gouden Eeuw maar dat we ons richten op hedendaagse slavernij en dat we mineralen als Mica niet meer kopen of tegen een eerlijke prijs.

 
Hand van Maarten Tromp omringt met Mica

Hand van Maarten Tromp omringt met Mica

 

Een kunstwerk om aan te raken

Het object in het midden is bedoelt om op plaats te nemen. Het is een plek om verhalen te delen en te reflecteren. Door te luisteren en het gesprek met elkaar aan te gaan kunnen we meer begrip voor elkaar krijgen en dichterbij elkaar komen. Juist in deze tijd is het belangrijk dat we naar elkaar luisteren en niet te snel oordelen. Voor mij hebben monumenten, historische binnensteden en cultuurlandschappen allereerst een waarde in zichzelf: ze zijn de dragers van het verleden die we wel of niet koesteren om hun eigen betekenis en schoonheid. We geven hen dan ook door aan toekomstige generaties. Het debat over monumenten, gebruiken en tradities uit het verleden heeft betekenis voor de toekomst van ons land, voor het debat over identiteit en voor de zoektocht naar wat ons bindt.

De vorm die ik voor mijn werk heb gekozen maakt het mogelijk om kunsthistorische verhalen te vertellen binnen de ‘laagdrempelige’ openbare ruimte. De zichtbaarheid en het toegankelijk maken van historische plaatsen die een stuk verhaal van de Delftse geschiedenis tonen. Dat kan alleen als de verhalen die worden gedeeld zo veel mogelijk mensen raken en aansluiten op de samenstelling en belangstelling van de inwoners van het Nederland van nu. In een tijd waarin tegenstellingen lijken toe te nemen is die verbindende kracht van erfgoed en kunst van een niet te onderschatte waarde. Daarom is het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen – van jongs af aan – het erfgoed beleven en hierbij betrokken zijn. Meer diversiteit – in de verhalen die worden verteld – draagt bij aan het bereiken van een ander en meer divers publiek. Er ontstaat verbinding met de leefomgeving, de geschiedenis en de verbindende kracht van kunst.

Op een zaterdagmiddag in Delft

Op een zaterdagmiddag in Delft

 
Reflectie van het avondlicht op Echo. Het decor van de stad wordt onderdeel van het kunstwerk.

Reflectie van het avondlicht op Echo. Het decor van de stad wordt onderdeel van het kunstwerk.

Het Puttertje

Op de rugleuning van een van de zitobjecten, bijna in het hart van het kunstwerk zit een Puttertje.
Ik heb er een echte putter voor gekocht en deze afgegoten in tin. Een die al dood en opgezet was natuurlijk. De Putter is een verwijzing naar het schilderij van Carel Fabritius; wat hangt in het Mauritshuis in Den Haag. Mijn puttertje verwijst naar De Delftse donderslag, de buskruit ramp van 1654. Een van de slachtoffers was Fabritius; de beste leerling van Rembrandt. Fabritius bevond zich ten tijde van de Delftse donderslag in zijn woning aan de Doelenstraat. Hij heeft nooit kunnen uitgroeien tot een grote kunstenaar van de Gouden Eeuw zoals Vermeer.

Puttertje op Echo

Puttertje op Echo

Detail zitobject met de Slag bij Ter Heijde

Detail zitobject met de Slag bij Ter Heijde

Het kunstwerk is in maart 2020 geplaatst aan de Voorstraat achter de Oude Kerk in Delft. Helaas heeft er door Covid-19 geen opening kunnen plaats vinden. Er zal in de toekomst een opening met een lezing plaats vinden. Wilt u daarbij aanwezig zijn stuur dan een email naar post@nynkekoster.com.

Tot slot een prachtige quote van Johan Huizinga die de Gouden Eeuw zo treffend in één zin samenvatte;

Johan Huizinga; ‘Als ons bloeitijdperk een naam moet hebben, laat het dan zijn naar hout en staal, pik en teer, verf en inkt, durf en vroomheid, geest en fantasie.